rimer

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈɾiːməɾ /
Woordafbreking
  • ri·mer
Naar frequentie 6290

Zelfstandig naamwoord

rimer

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van rim
Schrijfwijzen
  •  rim zn , mv/o
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.