ringde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ringde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ring·de

Werkwoord

vervoeging van
ringen

ringde

  1. enkelvoud verleden tijd van ringen
    • Ik ringde. 
    • Jij ringde. 
    • Hij, zij, het ringde. 

Gangbaarheid

  • Het woord ringde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.