ringen


Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ringen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɪŋə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • rin·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van  ring zn  met het achtervoegsel -en [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ringen
ringde
geringd
zwak -d volledig

Werkwoord

ringen

  1. overgankelijk (dierkunde) dieren, veelal vogels voorzien van een genummerde band om poot of hals ter identificatie en/of onderzoek naar verspreiding en trekgedrag
    • Als we deze vogels hebben geringd gaan we naar huis. 
  2. overgankelijk (bosbouw) bij een stam of tak rondom een reep schors verwijderen
Verwante begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

deringenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ring

Gangbaarheid

  • Het woord ringen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.