robustecer

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
robustecer
robustecĂ­a
robustecido
volledig

Werkwoord

robustecer

  • overgankelijk
  1. versterken, verstevigen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.