rondreed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rondreed (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rond·reed
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rondrijden |
rondreed
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van rondrijden
- ... dat ik rondreed.
- ... dat jij rondreed.
- ... dat hij, zij, het rondreed.
- ... dat ik rondreed.
Gangbaarheid
- Het woord rondreed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.