rop

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rop    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rop

Werkwoord

vervoeging van
roppen

rop

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van roppen
    • Ik rop. 
  2. gebiedende wijs van roppen
    • Rop! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van roppen
    • Rop je? 


Middelengels

Uitspraak
  • [A] IPA: /rɔːp/
  • [B] IPA: /roːp/
Woordafbreking
  • rop
Woordherkomst en -opbouw
  • [A] Afgeleid van het Angelsaksische rap / rāp
  • [B] Afgeleid van het Angelsaksische hrop / hrōp

Zelfstandig naamwoord

rop [A]

  1. touw
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
Overerving en ontlening

Zelfstandig naamwoord

rop [B]

  1. roep
Verwante begrippen
  • ropen


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /rɔp/
Woordafbreking
  • rop

Zelfstandig naamwoord

rop

  1. genitief meervoud van ropa
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.