pro
Niet te verwarren met: pro- |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pro (hulp, bestand)
- IPA: / pro / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- pro
Woordherkomst en -opbouw
- [A] van Latijn pro , in de betekenis van ‘voorzetsel’ aangetroffen vanaf 1564 [1] [2]
- [B] van Engels pro als verkorting van professional
stellend | |
---|---|
onverbogen | pro |
verbogen | - |
Bijvoeglijk naamwoord
[A] pro
- met een standpunt dat positief is, met een opstelling die steun geeft
- ▸ Daarna zetten twee autoriteiten zich op gereedstaande zetels om dit onderwerp door te nemen; de een is (en blijft) pro, de ander contra.[3]
Synoniemen
Voorzetsel
[A] pro
- met bijval voor, steun gevend aan
- ▸ Er komen altijd wel petities langs en dan heeft een mens niet vanzelf zin zich uit te spreken pro de een en contra de ander, voor dit, tegen dat, maar deze petitie kon je opvatten als een simpel pleidooi elkaar niet dood te willen slaan.[4]
Synoniemen
Antoniemen
Zelfstandig naamwoord
[A] het pro o
- argumentatie die voor iets pleit
- Het was een eenzijdig betoog dat alleen over het pro ging en alle kritiek negeerde.
- ▸ Sinds 2007 is het slaan van kinderen wettelijk verboden. Rondom deze wetswijziging speelde zich een discussie af over de pro’s en contra’s van de ‘pedagogische tik’ die nu ineens een illegale handeling was geworden.[5]
Synoniemen
[A] de pro v / m
- persoon die een bepaalde opvatting steunt
- Na zijn vurig pleidooi voor het voorstel hadden de pro's een ruime meerderheid.
Synoniemen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pro | pro's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de pro v / m
- (persoon) iemand die zeer vakbekwaam is
- Zij heeft die lastige kwestie als een pro opgelost.
- (beroep) (sport) (golf) iemand die golfspelers helpt hun spel te verbeteren
Synoniemen
Verwante begrippen
- prof (2)
Anagrammen
Gangbaarheid
- Het woord pro staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pro" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ pro op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "pro" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron G.B. Rubinstein“Etherische notities idee” (9 september 1966) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Maxim Februari“Fictie is overal en daarom onbegrijpelijk” (11 februari 2023) op nrc.nl
- ↑ Beatrijs Ritsema“Pesten kan heel geniepig, probeer dat maar aan te pakken” (26 maart 2013) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Duits
Uitspraak
- IPA: /pʁoː/
- Geluid: pro (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pro
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn
Voorzetsel
pro
- per
- «Samt Mehrwertsteuer ergibt sich ein Kaufpreis von rund 30 Euro pro Stück.»
- Met BTW komt de koopprijs rond de 30 euro per stuk.
- «Samt Mehrwertsteuer ergibt sich ein Kaufpreis von rund 30 Euro pro Stück.»
Synoniemen
Typische woordcombinaties
- pro Kopf
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordherkomst en -opbouw
- (verkorting) van professionnel
Zelfstandig naamwoord
pro m
- (spreektaal) iemand die ergens goed in is
- «Gabriel, t'es un pro de la drague!»
- Gabriël, je bent een echte versierder! [1]
- «Gabriel, t'es un pro de la drague!»
Verwijzingen
Latijn
Voorzetsel
prō + ablatief
- voor
- in plaats van; in ruil voor
- «Pro consule.»
- In plaats van de consul.
- «Pro consule.»
- overeenkomstig, naar, volgens, in verhouding tot
Luxemburgs
Uitspraak
- IPA: /pʀoː/
Woordafbreking
- pro
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn
Voorzetsel
pro
Middelengels
Uitspraak
- IPA: /prɔː/
Woordafbreking
- pro
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn
Zelfstandig naamwoord
pro
Overerving en ontlening
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /prɔ/
- Geluid: pro (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pro
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *pro
Voorzetsel
pro + accusatief
- voor; ten behoeve van, ten gunste van
- «Pracuje pro něj už dlouho.»
- Hij werkt al lang voor hem.
- «Pracuje pro něj už dlouho.»
- vanwege
- «pro nedostatek důkazů»
- vanwege een gebrek aan bewijs
- «pro nedostatek důkazů»
- voor; eens met, positief tegenover, ten gunste van, pro
- «Jsem pro.»
- Ik ben voor.
- «Jsem pro.»
- voor; wat betreft, met betrekking tot, aangaande
Synoniemen
- –
- kvůli, z
- –
- –
Antoniemen
- –
- –
- proti
- –
Verwante begrippen
Verwijzingen
Zelfstandig naamwoord
pro o
- voor; positief argument of positieve kant
- «Všechno má svá pro a proti.»
- Alles heeft zijn voors en tegens.
- «Všechno má svá pro a proti.»
Synoniemen
- klad monbezield
Antoniemen
- proti
- zápor monbezield
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.