roste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: roste (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ros·te
Bijvoeglijk naamwoord
roste
- verbogen vorm van de overtreffende trap van ros
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rossen |
roste
- enkelvoud verleden tijd van rossen
- Ik roste.
- Jij roste.
- Hij, zij, het roste.
- Ik roste.
Gangbaarheid
- Het woord roste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /rɔstɛ/
Woordafbreking
- ro·s·te
Werkwoord
roste
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord růst
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.