rubriceert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rubriceert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ruĀ·briĀ·ceert

Werkwoord

vervoeging van
rubriceren

rubriceert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rubriceren
    • Jij rubriceert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rubriceren
    • Hij rubriceert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rubriceren
    • Rubriceert! 

Gangbaarheid

  • Het woord rubriceert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.