rugbyertje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rugbyertje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rug·by·er·tje

Zelfstandig naamwoord

hetrugbyertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rugbyer
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.