rugbyt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rugbyt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rug·byt

Werkwoord

vervoeging van
rugbyen

rugbyt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rugbyen
    • Jij rugbyt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rugbyen
    • Hij rugbyt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rugbyen
    • Rugbyt! 

Gangbaarheid

  • Het woord rugbyt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.