rugbyen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rugbyen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rug·by·en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rugbyen
rugbyde
gerugbyd
zwak -d volledig

Werkwoord

rugbyen

  1. (sport) het spelen van het balspel rugby.
    • In Engeland rugbyen ze graag. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord rugbyen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.