ruggelings

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ruggelings    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rug·ge·lings
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘op de rug, achterover’ voor het eerst aangetroffen in 1666 [1]
  • afgeleid van rug met het achtervoegsel -lings met het invoegsel -e- [2]
stellend
onverbogen ruggelings
verbogen ruggelingse
partitief ruggelings

Bijvoeglijk naamwoord

ruggelings [3]

  1. met ligging op de rug, achterover
  2. rug tegen rug
  3. achterstevoren

Gangbaarheid

  • Het woord ruggelings staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.