rugzakje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rugzakje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rug·zak·je

Zelfstandig naamwoord

hetrugzakjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rugzak
  2. dim. tant. persoonsgebonden budget, een bedrag waarvoor een patiënt zelf zorg kan regelen
    «Leerlingen met een rugzakje hebben een indicatie voor speciaal onderwijs.»
  1. dim. tant. (onderwijs)leerlinggebonden financiering, waarmee voor hulpbehoevende kinderen in regulier onderwijs passende voorzieningen kunnen worden betaald

Gangbaarheid

  • Het woord rugzakje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.