ruil uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ruil uit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ruil uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitruilen

ruil (...) uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitruilen
    • Ik ruil uit. 
  2. gebiedende wijs van uitruilen
    • Ruil uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitruilen
    • Ruil je uit? 

Gangbaarheid

  • Het woord ruil uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.