ruisend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ruisend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrœysənt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • rui·send

Werkwoord

vervoeging van: ruisen
verbogen vorm: ruisende

ruisend

  1. onvoltooid deelwoord van ruisen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ruisendruisenderruisendst
verbogen ruisenderuisendereruisendste
partitief ruisendsruisenders-

Bijvoeglijk naamwoord

ruisend

  1. van een geluidsweergave dat deze niet erg helder is
    • Een verwarde Pierre vertelde aan dj Sander de Heer, via een ruisende telefoonverbinding: 'Het gaat niet zo goed, sorry man ik kan er niets aan doen'. [1] 
  2. een zacht zoevend geluid makend
    • Binnen trekken de bruiden een voor een hun jurk aan. Jacky blijft jubelen over haar geliefde nichten in ruisende rokken van glimmend satijn. Leuk, mooi, gaaf, geweldig: ze kan niet genoeg benadrukken hoe ze hun pas-sessie waardeert. "Dit mag uren blijven duren." [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord ruisend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.