ruoda
Oudnederlands
Woordherkomst en -opbouw
- Aangetroffen in de 10e eeuw.[1]
Zelfstandig naamwoord
ruoda
- stok, staaf
- (figuurlijk) penis
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.