ruziënd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ruziënd    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈryzijənt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ru·ziënd, ru·zi·end
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: ruziën
verbogen vorm: ruziënde

ruziënd

  1. onvoltooid deelwoord van ruziën
  2. attributief gebruikt
    • De agent liep op het ruziënde tweetal af. 
  3. bijwoordelijk gebruikt
    • Ruziënd gingen we uit elkaar. 

Gangbaarheid

  • Het woord ruziënd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.