samenhangt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenhangt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·men·hangt

Werkwoord

vervoeging van
samenhangen

samenhangt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenhangen
    • ... dat jij samenhangt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenhangen
    • ... dat hij samenhangt. 

Gangbaarheid

  • Het woord samenhangt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.