samenhangen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenhangen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsamənˌhaŋə(n)/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈsamə(n)ˌhɑŋə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈsamə(n)ˌhɑŋə(n)/
Woordafbreking
  • sa·men·han·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
samenhangen
hing samen
samengehangen
klasse 7 volledig

Werkwoord

samenhangen

  1. absoluut in onderling verband met elkaar staan
    • De eerste hoofdstukken van dit boek lijken wat warrig maar later blijken ze juist zeer sterk samen te hangen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord samenhangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.