samenklitte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenklitte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·men·klit·te
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
samenklitten

samenklitte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van samenklitten
    • ... dat ik samenklitte. 
    • ... dat jij samenklitte. 
    • ... dat hij, zij, het samenklitte. 
  2. (in een bijzin) aanvoegende wijs van samenklitten
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord samenklitte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.