samenstroom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenstroom    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·men·stroom

Werkwoord

vervoeging van
samenstromen

samenstroom

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenstromen
    • ... dat ik samenstroom. 

Gangbaarheid

  • Het woord samenstroom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.