samenzweert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenzweert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·men·zweert

Werkwoord

vervoeging van
samenzweren

samenzweert

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenzweren
    • ... dat jij samenzweert. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenzweren
    • ... dat hij samenzweert. 

Gangbaarheid

  • Het woord samenzweert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.