samenzweren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenzweren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsamə(n)ˌzʋɪːrə(n)/
Woordafbreking
  • sa·men·zwe·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
samenzweren
/ˈsamə(n)ˌzʋɪːrə(n)/
zwoer samen
/ˌzʋuːr ˈsamə(n)/
samengezworen
/ˈsamə(n)ɣəˌzʋɔːrə(n)/
klasse 6 volledig

Werkwoord

samenzweren

  1. inergatief geheimelijk met anderen samenwerken ten nadele van een derde partij
    • Bij wat bekend is geworden als de bouwfraudeschandalen, zwoeren bouwbedrijven samen om het rijk meer te laten betalen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord samenzweren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.