samenzwoeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenzwoeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·men·zwoe·ren

Werkwoord

vervoeging van
samenzweren

samenzwoeren

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van samenzweren
    • ...dat wij samenzwoeren. 
    • ...dat jullie samenzwoeren. 
    • ...dat zij samenzwoeren. 

Gangbaarheid

  • Het woord samenzwoeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.