sazonar
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sazonar |
sazonaba |
sazonado |
volledig |
Werkwoord
sazonar
- overgankelijk
- laten rijpen (van vrucht)
- (kookkunst) kruiden (op smaak brengen)
- «sazonar con pimienta»
- met peper kruiden
- «sazonar con pimienta»
- onovergankelijk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.