schalen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schalen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • scha·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schalen
schaalde
geschaald
zwak -d volledig

Werkwoord

schalen

  1. ~ met: zich verhouden tot iets of iemand

Zelfstandig naamwoord

deschalenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schaal

Gangbaarheid

  • Het woord schalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.