schitterde af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schitterde af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schit·ter·de af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afschitteren |
schitterde af
- enkelvoud verleden tijd van afschitteren
- Ik schitterde af.
- Jij schitterde af.
- Hij, zij, het schitterde af.
- Ik schitterde af.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.