schließen
Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- schlie·ßen
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schließen |
schloß/schloss |
geschlossen |
Klasse 2 sterk | volledig |
Werkwoord
schließen
Afgeleide begrippen
- abschließen, beschließen, entschließen, erschließen, überschließen, verschließen, zuschließen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.