schoffeert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schoffeert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schof·feert

Werkwoord

vervoeging van
schofferen

schoffeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schofferen
    • Jij schoffeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schofferen
    • Hij schoffeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schofferen
    • Schoffeert! 

Gangbaarheid

  • Het woord schoffeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.