schold

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schold    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schold

Werkwoord

vervoeging van
schelden

schold

  1. enkelvoud verleden tijd van schelden
    • Ik schold. 
    • Jij schold. 
    • Hij, zij, het schold. 

Gangbaarheid

  • Het woord schold staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Achterhoeks

Zelfstandig naamwoord

schold

  1. schuld

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

schold

  1. schuld
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.