schorst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schorst    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schorst

Werkwoord

vervoeging van
schorsen

schorst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schorsen
    • Jij schorst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schorsen
    • Hij schorst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schorsen
    • Schorst! 

Bijvoeglijk naamwoord

schorst

  1. onverbogen vorm van de overtreffende trap van schor

Gangbaarheid

  • Het woord schorst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.