schuierde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schuierde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schui·er·de

Werkwoord

vervoeging van
schuieren

schuierde

  1. enkelvoud verleden tijd van schuieren
    • Ik schuierde. 
    • Jij schuierde. 
    • Hij, zij, het schuierde. 

Gangbaarheid

  • Het woord schuierde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.