schuiert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schuiert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schui·ert

Werkwoord

vervoeging van
schuieren

schuiert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuieren
    • Jij schuiert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuieren
    • Hij schuiert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schuieren
    • Schuiert! 

Gangbaarheid

  • Het woord schuiert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.