schuift uit

Uitspraak

• Geluid:  schuift uit    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈsxœyft ˈœyt / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• schuift uit

Woordherkomst en -opbouw

• uit schuift (werkwoord) en uit (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

schuift (…) uit

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschuiven
   

   • Jij schuift uit. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschuiven
   

   • Hij schuift uit. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitschuiven
   

   • Schuift uit! 

Gangbaarheid

• Het woord schuift uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.