scintilleer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: scintilleer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- scin·til·leer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
scintilleren |
scintilleer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scintilleren
- Ik scintilleer.
- gebiedende wijs van scintilleren
- Scintilleer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scintilleren
- Scintilleer je?
Gangbaarheid
- Het woord 'scintilleer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.