scintilleert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  scintilleert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • scin·til·leert

Werkwoord

vervoeging van
scintilleren

scintilleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scintilleren
    • Jij scintilleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scintilleren
    • Hij scintilleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van scintilleren
    • Scintilleert! 

Gangbaarheid

  • Het woord 'scintilleert' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.