seizoenen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  seizoenen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sei·zoe·nen

Zelfstandig naamwoord

deseizoenenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord seizoen
     Ik geloof in de kracht van de natuur, in het wonder van de seizoenen, en de elementen die continu in beweging zijn.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord seizoenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.