servir

Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
serveixo servia servit
3e vervoeging volledig

Werkwoord

servir

  1. overgankelijk dienen
  2. overgankelijk bedienen, opdienen
  3. onovergankelijk van nut zijn
Afgeleide begrippen

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  servir    (hulp, bestand)
  • IPA:
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
servir
servais
servi
derde groep volledig

Werkwoord

servir

  1. onovergankelijk dienen
  2. overgankelijk bedienen


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • ser·vir

Werkwoord

servir

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
servir
servía
servido
volledig
  1. onovergankelijk dienen, in dienst zijn, werken
  2. bedienen
  3. overgankelijk dienen, in dienst zijn van, werken voor
  4. opdienen, serveren, inschenken, opscheppen
  5. helpen (van klant)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.