bedienen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bedienen    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈdinə(n)/
Woordafbreking
  • be·die·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bedienen
bediende
bediend
zwak -d volledig

Werkwoord

bedienen

  1. overgankelijk eten en of drinken brengen in een horecagelegenheid
    • De serveerster bediende de klanten in het restaurant. 
  2. het laten werken van machines
    • Hij bediende de slijpmachine op een heel vaardige manier. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bedienen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Duits

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bedienen
bediente
bedient
volledig
Uitspraak
  • Geluid:  bedienen    (hulp, bestand)
  • IPA:
Woordafbreking
  • be·die·nen

Werkwoord

bedienen

  1. wederkerend bedienen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.