shopten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  shopten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • shop·ten

Werkwoord

vervoeging van
shoppen

shopten

  1. meervoud verleden tijd van shoppen
    • Wij shopten. 
    • Jullie shopten. 
    • Zij shopten. 
     Mijn middelste dochter en ik shopten vaak in de stad en struinden kringloopwinkels af en ze begon vervolgens een klein handeltje door de daar gekochte merkkleding met winst door te verkopen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord shopten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.