siepelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  siepelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sie·pelt

Werkwoord

vervoeging van
siepelen

siepelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van siepelen
    • Jij siepelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van siepelen
    • Hij siepelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van siepelen
    • Siepelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord siepelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.