sijpelt af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sijpelt af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sijĀ·pelt af
Woordherkomst en -opbouw

uit sijpelt (werkwoord) en af, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
afsijpelen

sijpelt (...) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsijpelen
    • Jij sijpelt af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsijpelen
    • Hij sijpelt af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afsijpelen
    • Sijpelt af! 

Gangbaarheid

  • Het woord 'sijpelt af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.