simmetje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  simmetje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsɪməcə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • sim·me·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hetsimmetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sim

Gangbaarheid

  • Het woord simmetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
37 %van de Nederlanders;
24 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.