simplificeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  simplificeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sim·pli·fi·ceer

Werkwoord

vervoeging van
simplificeren

simplificeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van simplificeren
    • Ik simplificeer. 
  2. gebiedende wijs van simplificeren
    • Simplificeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van simplificeren
    • Simplificeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord simplificeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.