sinds

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sinds    (hulp, bestand)
  • IPA: /sɪn(t)s/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • sinds
Woordherkomst en -opbouw
  • erfwoord via Middelnederlands   van Oudnederlands  sint bw  "vanaf die tijd", aangetroffen vanaf 1151-1200 [1]
    • als voorzetsel aangetroffen vanaf 1570 [2]
    • als onderschikkend voegwoord aangetroffen vanaf 1823 [2]

Voorzetsel

sinds

  1. vanaf het moment van
    • Hij is sinds vorige week in Rome. 
     Sinds de hotsprings heb ik je niet meer gezien.’ Met stralende ogen vertelde hij wat ik daar allemaal gemist had: een leuke groep meiden, een kampvuurtje en tot diep in de nacht in het warme water.[3]
Afgeleide begrippen
Synoniemen
Vertalingen

Voegwoord

sinds

  1. vanaf de tijd dat
    • Hij is sinds hij vorige week naar Rome vertrok hier niet meer gezien. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord sinds staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Deens

Woordafbreking
  • sind

Zelfstandig naamwoord

sinds, o

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van sind

Zelfstandig naamwoord

sinds, mv

  1. onbepaalde vorm genitief meervoud van sind

Drents

Voorzetsel

sinds

  1. sinds


Nedersaksisch

Voorzetsel

sinds

  1. sinds


Urkers

Voorzetsel

sinds

  1. sinds
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.