singulier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  singulier    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sin·gu·lier
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zonderling’ voor het eerst aangetroffen in 1420 [1] [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen singuliersingulierdersingulierst
verbogen singulieresingulierderesingulierste
partitief singulierssingulierders-

Bijvoeglijk naamwoord

singulier [3]

  1. bijzonder, uitzonderlijk, merkwaardig, ongewoon
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord singulier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.