sinken

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  sinken    (hulp, bestand)
  • Geluid:  sinken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzɪŋkn̩/, /ˈzɪŋkŋ̩/
Woordafbreking
  • sin·ken

Werkwoord

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sinken
sank
gesunken
Klasse 3 sterk volledig

sinken

  1. zinken
  2. naar beneden bewegen
  3. kleiner, minder worden; afnemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.