sitzen
Duits
Uitspraak
- Geluid: sitzen (hulp, bestand)
- IPA: /ˈzɪʦn̩/
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudhoogduitse sizzen.
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sitzen /ˈzɪʦn̩/ |
saß /zaːs/ |
gesessen /gəˈzɛsn̩/ |
volledig |
Werkwoord
sitzen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.