siwan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  siwan    (hulp, bestand)
  • IPA: /siˈwɑn/
Woordafbreking
  • si·wan
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

siwan

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) derde maand van het joodse jaar, in mei-juni (Est. 8:9); negende maand bij telling vanaf Rosj Hasjana
Verwante begrippen
  • Hebreeuws (transcriptieversie): sivan
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'siwan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.